Volksfeest

Campagne voor het Toeristenbureau
Het halfjaar dat ik van plan was hier te blijven is voorbij gevlogen. De afgelopen maanden vormden dan ook een creatief hoogtepunt in m'n carrière. Voor het eerst heb ik fulltime met creatieve mensen kunnen werken hetgeen m'n eigen creatieve denkproces tot ongekende hoogten heeft gestuwd. Voor verschillende opdrachtgevers, zoals het Curaçaos Toeristenbureau, het nutsbedrijf Aqualectra, de importeur van Audi en de Antilliaanse Verffabriek heb ik samen met Hans Hagen van het gelijknamige bureau strategische marketingcampagnes bedacht en uitgewerkt. Voor een opdracht voor het Ministerie van Justitie en het Openbaar Ministerie zat ik zelfs regelmatig met mijn broer Norman (woordvoerder van het OM Curaçao) om de tafel. Vele presentaties aan CEO's, ministers en projectleiders later, heeft het creatieve virus zich van mij meester gemaakt. Ik kan hier nog even geen afscheid van nemen. Ik blijf daarom nog even.

Een zwaar bestaan op straat (eigen foto)
Naast het ontwikkelen van marketingstrategieën volg ik graag de lokale politiek. Meer dan in Nederland trek ik mij het lot van dit land en zijn bevolking aan. Of het nu gaat om de toekomst van de olieraffinaderij, de werkloosheid, het moeilijke bestaan van kansarmen in de samenleving, of het ontbreken van een duidelijke visie op het vermarkten van het toeristische product, het houdt me bezig. In mijn hoofd ontspruiten allerlei bescheiden en minder bescheiden ideeën om de lokale economie en het toerisme vooruit te helpen. Ik wil eigenlijk niet eerder nar Nederland terug dan nadat ik het gevoel heb hieraan iets te hebben bijgedragen. Maar de klok tikt en dit uitstapje kan niet eeuwig duren. Zodra het verschil in temperatuur tussen mijn twee thuislanden nog maar 10 graden is (en niet 30, zoals nu), ben ik van plan mij weer in Amsterdam te melden.


5466 (1706): Bouwjaar volgens de Hebreeuwse kalender
(eigen foto)
In de tussentijd geniet ik van de interessante ontmoetingen op het eiland. Niet alleen via mijn werk, maar ook tijdens de vrijdagavonden die ik steeds vaker doorbreng aan tafel bij rabbijn Refoël Silver en zijn vrouw Channi, die ik tot mijn vriendenkring ben gaan rekenen. Het is een jong stel dat goed werk doet voor de Joodse gemeenschap door activiteiten te organiseren als het bakken van challes (gevlochte broden voor Sjabbat) en latkes (Oosteuropese aardappelpannekoekjes) en het organiseren van leermiddagen over moderne thema's en ethische vraagstukken als klonen en biologisch eten. Aan hun gezellige Sjabbattafel (elke week gemiddeld 15 gasten) maakte ik onlangs kennis met de vermaarde Amerikaanse schrijver, vertaler en hoogleraar Curt Leviant (85) en zijn echtgenote Erika. Ik nam ze op sleeptouw over het eiland en bracht de rijke Joodse geschiedenis in beeld. Leviant is een uitzonderlijke verteller en dat maakte deze uitstapjes extra aangenaam. Gedurende zijn carrière vertaalde hij tientallen boeken van schrijvers als Sholem Aleichem en Isaac Baschevis Singer vanuit het Jiddisj naar het Engels. Vorige week gaf hij in de sjoel van de Ashkenazische gemeente Shaarei Tzedek een lezing over de golem van Praag, de Joodse legende over een tot leven gewekte kleifiguur met wonderlijke krachten. Yudl Rosenbergs werk uit 1909 waarin voor het eerst de legende op schrift werd gesteld, werd ook door Leviant vertaald. Dat de Amerikaan op een eiland in de Cariben over de golem vertelde aan mensen wier ouders deze legende waarschijnlijk in hun eigen Oosteuropese sjtetls hadden gehoord, was van een bizariteit die Leviant en mijzelf niet ontging.

Kimamentu di Momo (foto van internet)
Misschien enigszins vergelijkbaar met de golem van Praag is de figuur Rei Momo (Koning Momo), de reusachtige pop di ter afsluiting van de carnavalsviering op Curaçao wordt verbrand. De verbrandingsceremonie (kimamentu di Momo) is een spektakel waar sommige eilandbewoners bepaalde toekomstvoorspellingen in verborgen zien. Hoe de gekroonde reus in as opgaat zegt namelijk iets over de toekomst. Of zijn armen of benen al dan niet verbranden heeft invloed op zijn magische krachten. "Gelovigen" willen zelfs een beetje van zijn asresten meenemen omdat zij zelfs daar krachten aan toekennen.

Foto: bridgetraveling.com
Zondag bereikte het Curaçaose carnaval zijn hoogtepunt met de Gran Marcha (de grote optocht), dat jaarlijks tienduizenden mensen langs de route trekt. Dagen van tevoren claimen zij - net als op Koningsdag in de Nederlandse steden en dorpen - een stukje weg of trottoir, waar stoelen en hele tribunes worden opgesteld. Het bier vloeit rijkelijk en ook van de honger zal niemand tijdens deze feestdagen omkomen. In de supermarkten lijkt het of er rampspoed op komst is, karrenladingen vol eten en drinken worden ingekocht om het carnaval in overvloed te trotseren.


Cruiseschepen in Willemstad (eigen foto)
Het toerisme is tijdens de carnavalsweek geen prioriteit. Het volksfeest gaat tijdelijk voor alle andere belangen. Net als in de periode tussen kerstmis en nieuwjaar staat het vertier voorop en moet de rest even wachten. De balans tussen werk en inkomen, toerisme en eigenbelang is dan eventjes ver te zoeken. Daar zijn wat mij betreft belangrijke stappen te maken. Feesten en toerisme kunnen prima hand-in-hand gaan, maar daarvoor is de overtuiging nodig van alle bewoners dat zij deel uitmaken van het unieke toeristische product Curaçao. Ik hoop dat die bewustwording er - met een beetje hulp van mijzelf - snel gaat komen.

Reacties

Populaire posts van deze blog

In de voetsporen van mijn voorvader

Orkaan Irma

Pa